Inleiding
Europese wapens hebben een onmisbare rol gespeeld in de oorlog in Jemen. Zonder deze Europese wapens was de door Saoedi-Arabië geleide militaire interventie veel moeilijker uit te voeren en vol te houden geweest. De wapenverkoop aan de partijen in de burgeroorlog in Jemen staat in schril contrast met de Europese regels en het Europese beleid op het gebied van mensenrechten en wapenexport. Zowel het Wapenhandelsverdrag als Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB verbieden het afgeven van exportlicenties wanneer duidelijk risico bestaat dat de wapens in kwestie zouden kunnen worden gebruikt voor schendingen van het internationaal humanitair recht. Saoedi-Arabië en de VAE behoren tot de grootste klanten van de Europese wapenindustrie. Enkele van de belangrijkste wapensystemen die zij gebruiken in Jemen zijn van Europese makelij. Bedrijven uit allerlei EU-landen waren betrokken bij de productie van deze wapens en blijven betrokken bij hun onderhoud en herstel of bij de export van munitie. De voortslepende oorlog blijkt intussen voor de meeste Europese staten geen reden om de uitvoer van nieuwe wapensystemen stop te zetten.
Dit rapport toont de rol aan van Europese wapens in de oorlog in Jemen. Het bestaat uit drie delen, te beginnen met een kort overzicht van het conflict in Jemen. Het tweede deel beschrijft het gebruik van Europese wapens in de oorlog in de lucht, de zeeblokkade en de landoorlog. Het rapport sluit af met een analyse van de klaarblijkelijke tegenstrijdigheid tussen de wapenexport naar Jemen en de Europese wetgeving op het gebied van de uitvoer van wapens.
Het inventariseren van militair materiaal en bedrijven is grondig gebaseerd op beschikbare informatie uit verscheidene open bronnen, en beweert niet volledig te zijn. Een belangrijke bron en vertrekpunt voor dit onderzoek is de SIPRI Arms transfers database,1 die niet voortdurend vernoemd zal worden. Voor het identificeren van bedrijven is de Arms Trade Watch database gebruikt, die op deze website toegankelijk is en onderhouden wordt.
Tot slot konden we gebruik maken van de resultaten van vele onderzoeksjournalistieke projecten, zoals het EUarms netwerk en Disclose, evenals het onderzoekswerk dat verricht werd door vele ledenorganisaties van ENAAT, Amnesty International en andere mensenrechtenorganisaties. Dit dossier bouwt voort op de resultaten van deze onderzoeksprojecten en bundelt deze, om zo in beeld te brengen hoe Europese wapens de oorlog in Jemen voeden.
De Nederlandse vertaling gebeurde door Veerle Duflou en Frank Hortelano.
De oorlog in Jemen
De burgeroorlog in Jemen en de militaire inmenging sinds 2015 van Saoedi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) en enkele andere landen is één van de ernstigste humanitaire crisissen op dit moment. Alle partijen hebben het Internationaal Humanitair Recht op ernstige wijze geschonden. De bombardementen door de Saoedische coalitie hebben vele burgerslachtoffers gemaakt. De scheepsblokkade, die bedoeld was om de toevoer van wapens te stoppen, heeft de bevolking bovendien afgesneden van de aanvoer van voedsel, brandstof en andere levensnoodzakelijke goederen. Het gevolg is hongersnood op grote schaal, een verhoogd risico op ziektes als cholera en een groeiend aantal binnenlandse vluchtelingen.
Inmiddels is de oorlog in een dodelijke patstelling verzand. Geen van de conflictpartijen kan op dit moment of in de nabije toekomst de overwinning opeisen. Er is geen politieke oplossing voor het conflict in he vooruitzicht. Alles wijst erop dat de oorlog nog jaren zal blijven aanslepen, met verwoestende gevolgen voor de infrastructuur en de burgerbevolking.
De burgeroorlog voor de Saoedische interventie
De burgeroorlog in Jemen begon voor de militaire interventie van 2015. Jemen bestond historisch gezien uit twee aparte staten, Noord- en Zuid-Jemen, die op verschillende momenten onafhankelijk werden. Noord Jemen werd onafhankelijk na het ineenstorten van het Ottomaanse Rijk in 1918. Zuid-Jemen bleef een Brits protectoraat en werd pas in 1967 onafhankelijk. Sindsdien bleef er sprake van sterke spanningen tussen landsdelen en groepen, die regelmatig uitmondden in burgeroorlogen, waar vaak de Saoedi’s bij betrokken waren.
afbeelding: ECFR
Tijdens de Koude Oorlog kwamen beide delen aan verschillende kanten te staan, maar in 1990 smolten ze samen tot een verenigd Jemen. Ali Abdullah Saleh, die (na een militaire carrière en een staatsgreep) sinds 1978 president was van Noord-Jemen, werd president van het verenigde Jemen. De eenmaking bracht geen stabiliteit. Er kwam een burgeroorlog in 1994 en een nieuwe opstand in 2009.
Er zijn ook nog andere spanningen. Een van de grote conflicten van voor 2015 was dat tussen de Houthi-beweging en de Jemenitische regering van Saleh. De Houthi-beweging bestaat uit leden van een tak van de Shia Islam, de Zaidi of Zaidiyyah, een belangrijke godsdienstige minderheid in Jemen. De naam “Houthi” verwijst naar de Al-Houthi familie, die de beweging aanvoert. De beweging vormde een sterke oppositiegroep tegen Saleh en begon een opstand nadat haar leider in 2004 werd vermoord. De noordelijke regio van Jemen, met name het Houthi-bolwerk Sa’dah is sindsdien in vrijwel permanent gewapend conflict met de Jemenitische regering. Dit betekende ook regelmatige botsingen met het Saoedische leger in de grensstreek en luchtaanvallen door de Saoedische luchtmacht.
afbeelding: ECFR
De Arabische Lente van 2011 was destabiliserend voor de Jemenitische regering en leidde tot een verrassende herschikking van bondgenootschappen. De golf van protest in de Arabische wereld bereikte ook Jemen, met massademonstraties in de hoofdstad Sana’a en in andere steden. De protesten waren de aanzet tot een machtsstrijd binnen de regering en massale desertie bij het leger. Zonder steun van het leger was Saleh niet in staat de macht in het land te behouden. Onder sterke druk van Saoedi-Arabië en de Samenwerkingsraad in de Golf (GCC) stemde Saleh ermee in om de macht over te dragen aan Abdrabbuh Mansur Hadi (vicepresident sinds 1994 en eveneens een voormalig hoge officier in het leger). Hoewel de overdracht een cosmetische interne verschuiving leek, bracht die een fundamentele verandering in het machtsevenwicht teweeg. In een poging de touwtjes weer in handen te krijgen sloot Saleh een bondgenootschap met de Houthi’s, zijn voormalige vijanden, tegen de Jemenitische regering onder leiding van zijn voormalige vicepresident.
In 2014 kregen de Houthi’s de controle over de provincie Sa’dah en in September namen Houthi-strijders de controle over de hoofdstad. Het Jemenitische leger, dat goeddeels onder de leiding stond van leden van de Saleh-familie kwamen tijdens de overname niet tussenbeide. De VN probeerden tevergeefs een eenheidsregering tot stand te brengen. In 2015 bezetten Houthi-strijders het Presidentieel Paleis en verschillende regeringsinstellingen na een geschil over een voorstel voor een nieuwe grondwet. Ze dwongen president Hadi tot aftreden en plaatsten hem onder huisarrest.
Eén maand later wist Hadi naar Aden te ontsnappen en trok hij zijn aftreden in, waarbij hij de Houthi-machtsovername aanklaagde. Intussen vormde de Houthi-beweging een Revolutionair Comité en kondigde aan de regering over te nemen. Zij slaagden er echter niet in om een akkoord te sluiten met andere politieke facties. Dit betekende dat begin 2015 twee regeringen de macht opeisten. Saleh en zijn Algemeen Volkscongres (GPC) kozen de kant van de Houthiregering. De internationale gemeenschap weigerde deze regering te erkennen en bleef de regering-Hadi steunen.
afbeelding: ECFR
Het Jemenitische leger stond vooral onder controle van leden van de Saleh-familie. Pogingen van Hadi om het leger van Saleh-aanhangers te zuiveren werkten averechts en leidden tot muiterij, waardoor de Houthi’s geleidelijk de hoofdstad en de regering konden overnemen. Toen de Houthi’s de regering formeel overnamen sloot Saleh zich bij hen aan. Hij bracht ongeveer twee derden van het Jemenitische leger mee. De militaire eenheden onder Majoor-Generaal Ali Moshen Al Ahmar steunden de Islah-partij, een Islamitische partij die historisch in verband wordt gebracht met de Moslimbroederschap. De steun voor President Hadi bij het leger slonk tot slechts een paar eenheden.
In januari - april 2015 kregen de Houthi’s de militaire controle over de westelijke provincies van Jemen in handen, waaronder ook het grootste deel van de westkust en Aden. De Hadi-getrouwe strijdkrachten werden uit Aden verdreven, behalve uit een piepkleine enclave in de haven, die stand hield dankzij troepen van de VAE. Door het machtsvacuüm in de oostelijke provincies wist Al-Queda (AQAP, ofwel Al Queda op het Arabisch Schiereiland) een aantal militaire posten en steden in te nemen, waaronder de haven van Mukalla.
afbeelding: ECFR
De militaire interventie onder Saoedische leiding in Jemen
Saoedi-Arabië kon een door Sjiieten geleide buur in het zuiden niet tolereren en antwoordde met militair geweld. Op 26 maart 2015 begon een coalitie van Saoedi-Arabië, de VAE, Bahrein, Jordanië, Egypte, Kuwait, Marokko, Soedan en Qatar militaire operaties in Jemen. Op 10 april 2015 sloot de Jemenitische regering officieel haar territoriale wateren voor commerciële en humanitaire schepen. Toegang werd alleen nog gegeven na inspectie. Omdat de regering-Hadi niet beschikte over een noemenswaardige marine viel de controle op de blokkade toe aan de door de Saoedi’s geleide coalitie.
Juridisch worden deze operaties gedekt door een verzoek tot militaire interventie van de regering-Hadi aan de GCC (de Samenwerkingsraad van de Arabische Golfstaten) en de Arabische Liga. De regering-Hadi is weliswaar machteloos, maar blijft toch de internationaal erkende regering van Jemen. Volgens het Internationaal Humanitair Recht (IHR) blijft het conflict in Jemen een niet-internationaal gewapend conflict waarbij andere staten de regering te hulp zijn gekomen op haar verzoek.2
De coalitie wordt meestal beschreven als “onder leiding van Saoedi-Arabië”, maar vermeld dient te worden dat de coalitie in feite wordt geleid door zowel Saoedi-Arabië als de VAE. In de loop van het conflict is gebleken dat de twee landen uiteenlopende strategieën en belangen hebben.
Op militair vlak was in de lucht vooral de Saoedische luchtmacht actief, terwijl de VAE zich vooral ter zee lieten gelden. Het grootste verschil echter, zowel in termen van militair engagement als in strategie, is te zien in de landoorlog. Het leger van de VAE is het actiefst in de kustgebieden, terwijl het leger van Saoedi-Arabië daar minder actief is en vooral aanwezig is in het grensgebied van Noord-Jemen en het noordelijk kustgebied in de richting van Midi. Toch bestaat het gros van de strijdkrachten uit Jemenieten, die zijn getraind en bewapend door de VAE en in mindere mate door Saoedi-Arabië. Zij maken deel uit van een nieuw opgericht Jemenitisch leger of van milities. Ze worden gesteund door landstrijdkrachten van andere coalitielanden en door huurlingen. Na de moord op Saleh door de Houthi’s veranderde een groot deel van het Saleh-getrouwe voormalige Jemenitische leger opnieuw van kamp en liep over naar de door de Saoedi’s geleide coalitie.
Gedurende de eerste maanden was deze oorlog vooral een grootschalige campagne van luchtaanvallen in combinatie met een zeeblokkade. In Jemen zelf vonden op grote schaal gevechten plaats tussen aan de Houthi’s gelieerde groepen en anderen. De sterke betrokkenheid van de landstrijdkrachten van de coalitie onder Saoedische leiding begon met de verovering van Aden in juli – augustus 2015 door troepen van de coalitie, vooral bestaande uit strijdkrachten van de VAE en door de VAE opgeleide Jemenitische strijdkrachten. De Saoedische coalitie had verwacht de Houthi’s binnen korte tijd te kunnen terugdringen en verslaan. Ze begon operatie “Desert Storm” op 26 maart 2015. Officieel was deze een groot succes en bereikte zij haar doel, om op 22 april 2015 te worden opgevolgd door operatie “Restore Hope”. Deze operatie werd nooit beëindigd. Het conflict heeft geleid tot een militaire patstelling waarbij geen van de partijen de oorlog kan winnen en tot talrijke burgerslachtoffers en grote humanitaire crisissen voor de bevolking die slachtoffer is van dit conflict.
Voetnoten
- https://sipri.org/databases/armstransfers
- Report of the Group of Eminent International and Regional Experts as submitted to the United Nations High Commissioner for Human Rights - Situation of human rights in Yemen, including violations and abuses since September 2014, A/HRC/42/17, par. 9.